Lettergrootte:

Informatie

Periode1889-2001
Aantekeningenvolledig, enkele stukken uitgezonderd
Openbaarheid
Toegang0803



  •  KORTE GESCHIEDENIS PROTESTANTS CHRISTELIJK ONDERWIJS IN NEDERLAND
    • Korte geschiedenis van het protestants-christelijk onderwijs in Nederland. Vanaf de Reformatie tot 1795 bestond het 'openbaar' onderwijs in Nederland uit protestants-christelijk onderwijs. Openbaar onderwijs betekende dat het van de staat was. Alleen de Gereformeerde kerk werd erkend, waarbij kerk en staat nauw verweven waren. De Franse tijd bracht hier verandering in. Kerk en staat werden gescheiden en er kwamen nieuwe schoolwetten. Het onderwijs werd algemeen onderwijs. Openbaar onderwijs werd algemeen, of neutraal en vaak godsdienstloos onderwijs. Ook particulieren konden nu scholen stichten. In 1801 werd de eerste Onderwijswet ingevoerd, dankzij de heer Van der Palm. Met de Onderwijswet van 1806 werd het klassikaal onderwijs ingevoerd. Vanaf dat moment werd iedereen onderwezen in de maatschappelijke en christelijke deugden. Onderwijzers moesten bevoegd zijn en examens afleggen en de landelijke inspectie hield toezicht op de naleving van de schoolregels. De katholieken klaagden in 1840 bij Koning Willem I over de door hen gevoelde discriminatie, onder andere bij het stichten van eigen scholen. In de nieuwe Grondwet van 1848 werd o.a. het recht op vrijheid van onderwijs vastgelegd. Het bleef echter vooral gericht op de financiering van de openbare scholen door de overheid. De Onderwijswet van 1857 had als doel de 'schoolstrijd' tussen voorstanders van openbaar en christelijk onderwijs te beëindigen, welke was ontstaan door de wet van 1806. Nu werd uitsluitend het openbaar onderwijs gesubsidieerd. Deze subsidie die de gemeente kon ontvangen, werd door het rijk en de provincie betaald. Openbaar onderwijs moest toegankelijk zijn voor alle levensovertuigingen en diende neutraal te zijn. In de wet van 1857 werd voor de eerste maal voorgeschreven in welke vakken lager onderwijs gegeven moest worden.
  •  VERENIGING VOOR CHRISTELIJK NATIONAAL SCHOOLONDERWIJS
    • In 1869 ontstond de Vereniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs. Deze streed voor het recht en betere voorwaarden voor het bijzonder onderwijs en voor de (financiële) gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs. Bekende politici die zich destijds inzetten voor het christelijk onderwijs waren mr. G. Groen van Prinsterer, dr. A. Kuyper en Jhr. mr. A.F. de Savornin Lohman. Deze inspanningen zijn bekend geworden onder de naam 'schoolstrijd', die in feite reeds begon in de Franse tijd toen men aparte christelijke scholen mocht stichten mits men toestemming ' maar geen geld - kreeg van de overheid. In 1878 werd de Onderwijswet van 1857 nogmaals gewijzigd, door de liberale minister mr. Joh. Kappeijne van de Capello. Deze wet bepaalde dat 30 % van de kosten van openbaar onderwijs door het rijk vergoed zou worden. Hij was een fervent tegenstander van christelijk onderwijs en in zijn wetsvoorstel stonden allerlei eisen ten aanzien van technische en hygiënische verbeteringen, die de christelijke scholen op kosten jaagden. Onder leiding van o.a. dr. A. Kuyper werd in 1878 een 'Smeekschrift om een School met den Bijbel' (zgn. 'Volkspetitionnement') aangeboden aan koning Willem III, dat door 305.102 ouders in Nederland ondertekend was, waarvan 802 handtekeningen (het merendeel van de bevolking) uit Bunschoten en Spakenburg. De wet werd echter aangenomen door de volksvertegenwoordiging. Deze protestactie uit de 'schoolstrijd' leidde uiteindelijk tot de oprichting in 1879 van de stichting 'Unie Een School met den Bijbel' (later Unie 'School en Evangelie'genaamd), welke nog steeds de zgn. 'Uniecollecte' organiseert. Na de wet van 1920 collecteert men nog steeds voor christelijke scholen in het buitenland.
  •  ONDERWIJSWETGEVING
    • In 1889 werd de Lager-onderwijswet van kracht, waarin het heffen van schoolgeld voor het openbaar onderwijs verplicht gesteld werd, behalve voor mensen met weinig inkomen. Nu werd een rijkssubsidie verschaft van 25 % van de oprichtingskosten van nieuwe openbare scholen en een tegemoetkoming in personele kosten, afhankelijk van het aantal leerlingen en het aantal onderwijzers. In 1900 werd de eerste Leerplichtwet ingevoerd. Alle kinderen van 6 tot 12 jaar moesten onderwijs volgen. Dit had veel te maken met het feit dat de meeste kinderen vroeger als goedkope arbeidskrachten werden gebruikt. In 1917 werd de gelijkstelling van het openbaar en het bijzonder onderwijs in de Grondwet vastgelegd. Beiden hadden vanaf dat moment evenveel recht op financiële steun van de overheid. In 1920 werd de financiële gelijkstelling van het openbaar en bijzonder onderwijs tevens vastgelegd in de Wet op het lager-onderwijs 1920 ('Lager-onderwijswet 1920'). De bijzondere scholen moesten vanaf nu aan bepaalde eisen voldoen om rijkssubsidie te ontvangen. Dit betrof de inhoud van het onderwijs en de kwaliteit van personele en materiële voorzieningen. Na 1920 was er een wildgroei van kleuterscholen in Nederland. Aanvankelijk was het idee om kleuters in zgn. 'bewaarscholen' onder de brengen. Minister De Visser was een voorstander van dat idee. Maar onder invloed van mensen als Fröbel, Montessori, Steiner en anderen werden kleuterscholen steeds meer een soort 'voorbereidend onderwijs'. Kleuters werden als individuen beschouwd. De stichting van aparte kleuterscholen en de financiering werd uiteindelijk geregeld in de Kleuteronderwijswet van 1956. In augustus 1985 trad de Wet op het basisonderwijs in werking, waarbij de kleuter- en lagere scholen weer geïntegreerd werden in een zogenaamde basisschool. Het 'voorbereidend onderwijs' bij de kleuters kreeg hier nog meer vorm. Ook de financiële vergoedingen werden weer op basis van een onderwijswet geregeld.
  •  ONTSTAAN LOKALE VERENIGING
    • Korte geschiedenis van de vereniging.  Op 10 april 1889 werd de 'Vereniging tot stichting en instandhouding van scholen met de Bijbel' te Bunschoten opgericht, in een overwegend gereformeerde gemeente, waartoe behalve de van oudsher boerengemeenschap Bunschoten ook o.a. het voormalige vissersdorp Spakenburg behoort. 'Haar grondslag is de Heilige Schrift, overeenkomstig de Formulieren van Enigheid der Gereformeerde kerken in Nederland. Haar beginsel is, dat volksopvoeding en volksonderwijs geheel in overeenstemming moeten zijn met de Heilige Schrift' (uit: Statuten, 1971). Dr. G. van Goor, dominee te Bunschoten (en tweede voorzitter naast dr. A. Kuyper van het Synodaal Convent), was de grote stimulator achter het initiatief van de dolerende kerkenraad om een school met de Bijbel te stichten. Ondanks de Doleantie (waarbij bezwaar gemaakt werd tegen een minder rechtlijnige geloofsbeleving binnen de gereformeerde kerken) liet de kerkenraad de belanghebbenden zelf de vorm van een vereniging kiezen met een van de kerkenraad onafhankelijk bestuur. Men wilde meer zijn dan een school van één bepaalde kerkelijke richting. Het eerste bestuur werd gevormd door de dr. G. van Goor (voorzitter), zijn broer J. van Goor, J. Hopman Tzn., W. Nieuwboer Hzn., J. Pruys en H. Nagel Mzn. De statuten werden in hetzelfde jaar koninklijk goedgekeurd.

      In het begin van de 19e eeuw was er één school in Bunschoten, een openbare, naast de Hervormde kerk, geleid door de familie Beukers en W. van Bruggen. In deze staatschool werd de Bijbel regelmatig gebruikt. Vanwege het grote aantal kinderen in Spakenburg en vanwege de behoefte aan een christelijke school werd in 1877 o.l.v. dominee H.B. Geuchies de eerste christelijke school in Spakenburg gesticht. De openbare school, met als hoofd A. van Wijland, had van de gemeenteraad toestemming gekregen om de Bijbel op school te gebruiken. Maar men wilde een echte vrije christelijke school in Bunschoten. Na de oprichting van de vereniging startte op 15 april 1889 de eerste echte school met de Bijbel in Bunschoten, met als schoolhoofd A. Kuijper Boone en 30 leerlingen in de consistorie van de Hervormde kerk. In het eerste jaar zag de openbare school haar leerlingenaantal slinken en de christelijke school haar leerlingenaantal toenemen, waardoor de openbare school met een muur gescheiden werd van de school met de Bijbel. Het aantal leerlingen bij de christelijke scholen bleef groeien. Diverse scholen van de vereniging kampten in hun bestaan met ruimtegebrek, waardoor verbouwingen, uitbreidingen, tijdelijke verhuizingen van (gedeelten van) scholen, het stichten van nieuwe scholen en het fuseren van met name De Brandaris en De Wegwijzer onontkoombaar waren. Na de Tweede Wereldoorlog moesten in Nederland eerst de verwoeste en beschadigde scholen worden herbouwd. Daardoor was het niet eenvoudig voor het bestuur om meer scholen te bouwen.

      In de ledenvergadering van 1955 werd het plan tot stichting van een kleuterschool goedgekeurd. Ook besloot men dat elke school een ouderraad kon vormen. Op 3 november 1955 werd de Huishoudschool geopend, ressorterend onder de Schoolvereniging in Spakenburg, waardoor het huishoudonderwijs op lagere scholen niet meer onderwezen werd. De eerste schoolkrant verscheen in oktober 1969 onder de naam 'De Schakel'. Deze was bestemd voor alle scholen van de vereniging. Op 26 september 1974 verscheen bij De Brandaris de eerste schoolkrant van de eigen specifieke school. Tijdens een bestuursvergadering in 1970 gaven de schoolhoofden Schadenberg en Pruijs toestemming voor het instellen van oudercommissies op de scholen. Op 21 juni 1970 ging de eerste oudercommissie van start bij De Brandaris, op initiatief van het schoolhoofd C. van der Jagt. Op 1 februari 1982 trad de Wet op de medezeggenschap in werking. Het bestuur besloot tot de instelling van medezeggenschapsraden op alle scholen. Men was tevreden over het functioneren van de oudercommissies. Daarom bleven deze bestaan, onder de naam 'ouderraden', naast de medezeggenschapsraden. Het personeel en de ouders konden vanaf nu invloed uitoefenen op de besluitvorming door het bestuur. In maart 1984 kwam de eerste medezeggenschapsraad in De Brandaris bijeen. Er werden reglementen voor beide overlegorganen vastgesteld. Na 1985 werden er nieuwe taal- en rekenmethodes ingevoerd en kwam er meer aandacht voor kinderen die extra moeite hadden met leren ('zorgverbreding', remedial teachers, individuele begeleiders).

  •  BESTUUR
    • Uit de statuten van 1918 en 1971 (de eerste statuten uit 1889 zijn niet aangetroffen) blijkt het volgende: De vereniging werd driemaal aangegaan voor de duur van 29 jaar, te rekenen vanaf 10 april 1889, dus tot 10 april 1976. In de ledenvergadering van 27 januari 1976 werd de vereniging opnieuw aangegaan voor 24 jaren, eindigend op 9 april 2000. Op 26 september 1977 werd zij opgenomen in het 'Verenigingenregister' van de Kamer van Koophandel te Amersfoort, onder nummer V.506123. Op 27 mei 1992 werden de statuten bij de notaris gewijzigd, waarbij onder andere de naam van de vereniging voortaan luidde: 'Vereniging van scholen met de Bijbel 'Dr. G. van Goor'', om hiermee de oprichter te eren. De vereniging bestaat nog steeds. Het algemeen bestuur bestond vanaf 1918 uit 7 leden, die conform een rooster aftredend waren. Dit bestuur telt vanaf 1971 tenminste 11 leden, waarvan elk jaar tijdens de ledenvergadering minimaal 3 personen aftreden, maar wel herkiesbaar kunnen zijn. Het dagelijks bestuur bestaat uit een voorzitter, secretaris, penningmeester en algemeen adjunct. Dr. G. van Goor Dr. G. van Goor leefde van 1848 tot 1902. Hij werd in Ootmarsum geboren. Na een paar jaar was hij al wees. Hij promoveerde in 1872 in Leiden ('De strijd over den ketterdoop'), waarna hij predikant werd in Ootmarsum in de Nederlands-Hervormde kerk. In 1880 stichtte hij met anderen in zijn tweede gemeente Oud-Beyerland een weeshuis. In 1881 werd onder zijn leiding aldaar een 'Vereniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs' en in 1882 een school opgericht. Ook was hij betrokken bij de stichting in 1880 van de Vrije Universiteit te Amsterdam, waar hij jarenlang een van de toezichthouders was. Verder was Van Goor dominee in Op- en Neder Andel en Rotterdam, voordat hij in 1883 predikant in Bunschoten werd. Hij kreeg zelf geen kinderen.
  •  SCHOLEN
    • De scholen Kostverloren (1894-1930): School aan Kostverloren. Zie ook: K. van Amerongenschool. K. van Amerongenschool / 't Molentje (1930-heden): In 1894 gesticht. Eerste eigen permanente school. (aanvankelijk Kostverloren, wijk/huisnummer A 167). Ruimte zoeken: besprekingen vooral tussen 1928 en 1930. Klaas van Amerongen schonk het terrein. Opening school op 26 augustus 1930. Aanvankelijk adres: Spakenburgerweg-Oost 1 (in 1936 Wilhelminastraat 1; van 1943-1945 Modderweg 1). Op 28 sept. 1956 werd de eerste kleuterschool ('Polynormkleuterschool') geopend in de K. v. Amerongenschool. Daarna werden de kleuters gehuisvest in de oude school van de Nederlands-Hervormde kerk en aan Kostverloren. In december 1964 werden de lokalen achter de Christelijk-Gereformeerde kerk als kleuterschool gebruikt. Op 15 sept. 1976 startte de eerste permanente kleuterschool 't Molentje achter de in dat jaar gerenoveerde K.v.Amerongenschool. Dr. G. van Goorschool / d'Arke / De Ark (1945-heden) Op 20 november 1945 werd de tweede school, aan Schoolstraat 1, geopend. Op 22 december 1949 aan de Veenestraat. Hier stond ook de onderwijzerswoning, op nummer 19. In 1955 volgde een uitbreiding met een lokaal en een hal. In het voorjaar van 1957 werd de kleuterschool in het gebouw van de Dr. G. van Goorschool in gebruik genomen. Jaren '60: grondaankoop en uitbreiding (1960-1961); tijdelijk klassen in houten noodschooltje bij de huidige sporthal Stadsgracht (1966-1969: hoofd C. v.d. Jagt). Kleuterschool d'Arke werd op 21 juni 1961 geopend. In 1973 werd de school gerenoveerd en kwam er gedeeltelijk nieuwbouw. In 1985 werd de school 'basisschool De Ark'. Nieuw adres De Ark: Rembrandt van Rijnstraat 16 (voorheen Frans Halsstraat 1).
  •  DE BRANDARIS / 't ROEFKE
    • De Brandaris / 't Roefke (1967-1993). Op 1 november 1967 startte de derde ' tweeklassige ' kleuterschool in de Adventkerk te Spakenburg. Voor 1967 was de vereniging vooral gericht op het onderwijs in Bunschoten. Tot augustus 1973 was de kleuterschool gehuisvest in deze Adventkerk in de nieuwe woonwijk 'Het Westplan' en vanaf 1970 tevens aan De Vrachter in een lokaal van de houten noodschool van De Brandaris, de derde lagere school die in 1969 werd gebouwd (4 september officieel geopend, waarbij de burgemeester een maquette kreeg aangeboden die door de leerlingen gemaakt was). Aanvankelijk startte De Brandaris als noodschool met twee noodlokalen die later uitgebreid werden tot zes lokalen. In augustus 1973 werd de permanente lagere school De Brandaris aan de Oude Gest 1 in gebruik genomen, met 12 tot 14 klassen. In 1973 werd tevens de kleuterschool 't Roefke in gebruik genomen, in de houten noodschool aan De Vrachter 2. In december 1985/januari 1986 is dit houten gebouw afgebroken. In de herfstvakantie van 1985 begon de verbouwing van De Brandaris tot een gebouw waarin alle basisschoolleerlingen ondergebracht konden worden. In de week voor de kerstvakantie van 1985 kon iedereen terecht in de nieuwe stenen Brandaris. In augustus 1993 eis de basisschool De Brandaris gefuseerd met de basisschool De Wegwijzer, onder de naam 'De Wegwijzer'.
  •  DE GRONDTOON/DE SPEELDOOS/DE BLOKKENDOOS
    • De Grondtoon / De Speeldoos / De Blokkendoos (1973-heden). In 1972 gaf het bestuur haar goedkeuring voor de bouw van een tweeklassige kleuterschool en een zesklassige lagere school ('Simplexschool'). Vanaf 19 september 1972 betrok men een tijdelijke noodvoorziening in het bestemmingsplan Blokhuiswetering. Op 20 augustus 1973 kon men starten met drie klassen. Op 30 januari 1974 werden de vierde lagere school De Grondtoon en de vierde kleuterschool De Speeldoos geopend, in het bestemmingsplan Bikkersvaart aan het Tartiniplantsoen (later Jan Zwartplantsoen 20 en 21). Wegens ruimtegebrek was er een vijfde kleuterschool nodig. In oktober 1975 kon tijdelijk een derde kleutergroep terecht in een lokaal van de lagere school De Grondtoon. Vanaf schooljaar 1976-1977 ging een nieuwe vijfde kleuterschool 'De Blokkendoos'van start in een semi-permanent gebouw aan de Vaartweg (in het bestemmingsplan Blokhuiswetering), waarin ook een eerste klas van de lagere school gehuisvest werd. Deze eerste klas kan beschouwd worden als de eerste dependanceklas van De Grondtoon. De Blokkendoos werd op 19 november 1976 officieel geopend. Op 7 maart 1978 moest De Blokkendoos echter weer verhuizen, naar een semi-permanent gebouw aan Verdistraat 53. De lagere school De Grondtoon werd ook te vol. Men kon terecht in twee lokalen van de semi-permanente openbare school De Kruisrak aan de Verdistraat. In het schooljaar 1982-1983 moest een groep van De Grondtoon verhuizen van de Verdistraat naar de Westerkerk en later naar 't Roefke. In augustus 1985 startte de basisschool De Grondtoon. In februari 1988 werd het gebouw van de voormalige De Blokkendoos gesloopt, waarbij twee kleutergroepen moesten verhuizen naar twee noodlokalen aan het Vogelpad (de voormalige eerste dependance van De Grondtoon). In 1989 was de voormalige openbare school aan de Verdistraat nog steeds bezet door voornamelijk 'Grondtoonleerlingen'.
  •  DE WEGWIJZER
    • De Wegwijzer (1975-heden). In augustus 1975 als nieuwe school in gebruik genomen ('Idenburgschool'), wegens ruimtegebrek bij De Brandaris en 't Roefke, waarbij 2 klassen van de 4 klassen van 't Roefke naar deze nieuwe school gingen. Ontstaan in 1973 uit 4 houten noodlokalen, de dependance van De Brandaris, aan de Idenburgstraat. In 1975 plaatste men direct twee extra noodlokalen aan de De Savornin Lohmanstraat, om eventuele leerlingenaanwas te kunnen herbergen.Vijfde zesklassige lagere school, zesde tweeklassige kleuterschool, Idenburgstraat 9. In het schooljaar 1977-1978 moest men voor een klas uitwijken naar de kantine van de voetbalvereniging 'De IJsselmeervogels'. In 1979 werd een klas van De Wegwijzer tijdelijk gehuisvest in kleuterschool De Woelige Hoek aan de Kuyperstraat. De kleuterschool van De Brandaris werd in augustus 1979 gesplitst in 't Roefke en 'kleuterschool De Wegwijzer', welke laatstgenoemde dus al in augustus 1975 bestond. Op 20 november 1979 werd De Wegwijzer officieel geopend als permanent gebouw. In 1985 werden de kleuterscholen en de lagere school geïntegreerd tot de basisschool De Wegwijzer, waarna in augustus 1993 de basisschool De Brandaris fuseerde met de basisschool De Wegwijzer, onder de naam 'De Wegwijzer'. De Vlucht (1990-heden) Zesde basisschool, aan Karekiet 16. Op 9 juli 1990 was de oplevering van het noodgebouw. Tegenwoordig ressorteren er vijf basisscholen onder het bestuur van de vereniging.
  •  SCHOOLHOOFDEN/PERSONEEL
    • De schoolhoofden / directeuren in de periode van deze inventaris : A. Kuijper Boone (1889-1901) Eerste lagere school J. Sjaardema (1901-1937) Kostverloren, K. van Amerongenschool Jac. ter Haar (1937-1966) K. van Amerongenschool R.A. van Ginkel (1945-1955) Dr. G. van Goorschool W. Schadenberg (1955-1972) Dr. G. van Goorschool T. Pruys (1966-1985) K. van Amerongenschool C. v.d. Jagt (1969-1973) De Brandaris J. Brons (1972-1987) Dr. G. van Goorschool H. van Diermen (1973-1980) De Grondtoon A. Beeftink (1975-1976) De Brandaris W. Duijst (1975-1993) De Wegwijzer C. de Haan (1976-1990) De Brandaris M. v.d Brink (1980-1989) De Grondtoon G.B.P. van Dijk (1986-2006) K. van Amerongenschool M. Eissens (1987-1999) De Ark A. van Lummel (1989-1999) De Grondtoon H. van Tricht (1990-1993) De Brandaris C. de Haan (1990-2003) De Vlucht H. van Tricht (1993-2005) De Wegwijzer A. van Eck (2000-2006) De Ark Personeelsledenlijst Tijdens de inventarisatie is een voorlopige lijst van personeelsleden gemaakt, die vanwege tijdgebrek niet compleet gemaakt kon worden. Gegevens kan men vinden in de in 2025 te vernietigen dossiers . Geraadpleegde literatuur Een eeuw schoolleven : 100 jaar protestants-christelijke scholen met den Bijbel te Bunschoten/Spakenburg / A. ter Beek Pzn., e.a. ' Bunschoten : Vereniging tot Stichting en Instandhouding van 'Scholen met den Bijbel' te Bunschoten/Spakenburg, cop. 1989. ' ISBN 90-9002792-0 Internet: wikipedia (onderwijswetten), www.anderetijden.nl (schoolstrijd), 'Ter vorming van verstand en hart' (proefschrift van Dolly Verhoeven, Universiteit van Utrecht, 1994)(over Lager-onderwijswet 1920), www.bronnenuitamsterdam.nl (onderwijswet 1889), www.vrijheidvanonderwijs.nl. Via Internet: (onderwijswet 1801, Van der Palm, kleuterscholen na 1920): Geschiedenis van de school in Nederland vanaf de Middeleeuwen tot aan de huidige tijd / door P.Th. F.M. Boekholt, Engelina Petronella de Booy. ' Uitg. Van Gorcum, 1987. ' 325 p. - ISBN 9023222601.
  •  ARCHIEF
    • Het archief.  Een dossierinventaris of andere nadere bruikbare toegang was niet aanwezig. Er was wel een verkorte inventaris, maar deze was niet volledig en niet bruikbaar in combinatie met de doosnummering. Nadat bijna alle stukken geïnventariseerd waren, werd er een 'rubriekenschema' uit circa 1967 aangetroffen dat door de administratie (niet consequent) gebruikt is voor het binnen een bepaalde structuur opbergen van de archiefstukken. De dozen waren voor de inventarisatie van volgnummers voorzien. De eerste statuten van 1889 en het huishoudelijk reglement van 1889 zijn niet aangetroffen. Notulen van ledenvergaderingen zijn vaak geïntegreerd in de notulen van het bestuur. De notulen van de ledenvergaderingen van 1990-1992 bevinden zich in 3 delen uit 1991-1993. Na 22 juni 1971 is men overgegaan op losbladige notulering via een vloeistofduplicator en de toezending hiervan aan alle leden (bron: bestuursnotulen uit 1971). Veel losbladige notulen, met name van bestuursvergaderingen zijn slecht leesbaar. Restauratie wordt aanbevolen (kopiëren op nieuw papier).
  •  VERANTWOORDING INVENTARISATIE
    • Verantwoording voor de inventarisatie. Het te inventariseren archief bestond oorspronkelijk uit 102 archiefdozen (ca. 13 strekkende meter). Na selectie op vernietiging blijft hiervan ca. 4 strekkende meter bewaard. Tijdens de inventarisatie bleek het archief incompleet te zijn en een duidelijke structuur te missen. Er was geen index of dossierinventaris aanwezig. Hierdoor is een inventarisatie op stuksniveau verricht, waarbij tevens herordening moest plaatsvinden om de stukken die voor wat betreft de zaak bij elkaar hoorden bij elkaar onder te brengen. De oorspronkelijke dossiers staan beschreven in de bijlagenrubriek 'Oorspronkelijke orde'. In het inventarisatieprogramma 'MaisFlexis', door de inventarisator gebruikt en aanwezig bij Archief Eemland, is de oorspronkelijke doos- en dossiernummering terug te vinden. Behalve een bestuurlijk onderdeel waren ook enkele 'schoolarchieven' te onderscheiden. Deze scheiding was echter tijdens de dossiervorming niet altijd consequent toegepast. Een en ander heeft geleid tot de gekozen indeling van deze inventaris. De eerste 'notulenboeken' zijn helaas niet aangetroffen. In een rede van meester J. Sjaardema (schoolhoofd sinds 1901) bij het 40-jarig jubileum van de vereniging gaat hij ervan uit dat deze tijdens de dijkdoorbraak en overstroming in januari 1916 grotendeels verloren zijn gegaan. Bestuursbesluiten zijn vastgelegd in de notulen en niet als aparte stukken. Tussen 1959 en 1963 waren de hoofdkleuterleidsters nog niet aanwezig op de bestuursvergaderingen. Notulen met bijbehorende stukken die niet reeds ingebonden waren, zijn alsnog van hechtmechanismen voorzien. Notulen van bestuurs- en ledenvergaderingen zijn ondergebracht onder de rubriek 'Stukken van algemene aard'. Andere notulen van vergaderingen (bijv. van oudercommissies) zijn ondergebracht onder de rubrieken van de afzonderlijke scholen en bij 'Scholen; algemeen' vindt men bijv. de gezamenlijke vergaderingen van de schooldirecties.

      De meeste andere stukken zijn zonder hechting in zuurvrije omslagen opgeborgen. De financiële administratie (begrotingen, jaarrekeningen, salarisadministratie) werd van 1 januari 1966 tot 1 januari 1995 verzorgd door de heer H.R. Stel, p/a het administratiekantoor in het gebouw van het Christelijk Beroepsonderwijs te Nijkerk, in samenwerking met de penningmeester. In 1995 werd voor deze werkzaamheden een dienstverleningsovereenkomst gesloten met het Regionaal Onderwijs Bureau 'Midden-Nederland' (ROB) te Amersfoort. Voor de selectie en vernietiging van de archiefbescheiden zijn de selectielijsten van het ministerie van Binnenlandse zaken uit 1983 en 2005 geraadpleegd. De eerste is van toepassing voor stukken die zijn opgemaakt of ontvangen na 1850, en de lijst van 2005 heeft betrekking op archiefstukken opgemaakt of ontvangen na 1 januari 1996. Bij de personeelsdossiers was een gedetailleerde selectie op vernietiging niet mogelijk vanwege onduidelijkheid over diverse ontslagdata en vanwege tijdgebrek. Omdat de nieuwste stukken uit het jaar 1992 waren, is ervoor gekozen om alle personeelsdossiers (uitgezonderd t.a.v. de schoolhoofden en de directeuren, vanwege hun beleidsbepalende taken) vernietigbaar te stellen in het jaar 2025. Leerlingendossiers zijn bewaard, met de beperking dat deze gegevens na 2075 openbaar zijn. Amersfoort, Archief Eemland, L.W. van den Hoonaard, 1 oktober 2008.
  • Hele toegang

    Commentaar/Reacties

    Er zijn nog geen reacties op dit item