Lettergrootte:

Informatie

Periode1947-1980
Aantekeningenbeperkt openbaar
Openbaarheid
Toegang0801



  •  GESCHIEDENIS
    • Geschiedenis van de organisatie. De gemeente Bunschoten ligt in het noordoosten van de provincie Utrecht. Ze bestaat uit de drie kernen Bunschoten, Spakenburg en Eemdijk. Bunschoten en Eemdijk waren oorspronkelijk agrarische gemeenschappen, Spakenburg is van oorsprong een vissersplaats. De ovale vorm van het middeleeuwse Bunschoten is nog steeds goed te herkennen. Het westelijk deel hiervan wordt sinds 1967 beschermd conform de Monumentenwet. Na de oorlog zijn, zoals in vele gemeenten, aan de randen van de oude kernen van Bunschoten en Spakenburg grote nieuwbouwwijken en industrieterreinen verrezen. In 1956 werd door het college van Gedeputeerde Staten het 'Uitbreidingsplan in hoofdzaak' vastgesteld, waarna in 1961 het bestemmingsplan Spakenburg-West en in 1962 het bestemmingsplan Zuidwenk werden vastgesteld. Diverse andere plannen zouden nog volgen. Eemdijk is nauwelijks van karakter veranderd. Ook het polderlandschap heeft zijn uiterlijk nog steeds bewaard. Op 1 januari 1974 werd een gedeelte van de opgeheven gemeente Hoogland bij de gemeente Bunschoten gevoegd, waardoor het oppervlak groeide van 2.317 hectare naar 3.220 hectare. De bevolking groeide na de oorlog langzaam maar gestaag. In 1947 telde de gemeente 6.537 inwoners, in 1973 waren dat er 12.406. Een relatief sterke bevolkingsgroei in 1973 was een gevolg van het in dat jaar genomen 'Gooi-besluit', waardoor ook bewoners van Het Gooi zich in de gemeente mochten vestigen. Ook de verwerving in 1974 van een deel van het grondgebied van de voormalige gemeente Hoogland zorgde voor een opvallende bevolkingsaanwas.
  •  ONTWIKKELINGEN
    • Na de afsluiting van de Zuiderzee in 1932 werden op grond van de Zuiderzeesteunwet diverse industrieën gevestigd. Enkele voorbeelden hiervan zijn de Hollandse Knopenfabriek, schoenenfabriek Knoek en Ros en Polynorm. Hierdoor werd arbeid geschapen voor de talloze werkloze vissers en voor de arbeiders die voorheen werkten in fabrieken buiten Bunschoten en Spakenburg. Sinds eind zestiger jaren werden veel gastarbeiders tewerkgesteld. Spakenburg heeft diverse visverwerkingsbedrijven, die ook naar het buitenland exporteren. De haven van Spakenburg heeft na afsluiting en gedeeltelijke inpoldering van de Zuiderzee een voornamelijk recreatieve functie gekregen. In 1970 werd een jachthaven geopend. In 1956 begon men met de voorbereidingen van de bouw van een gemeentelijke rioolwaterzuiveringsinstallatie aan de Groeneweg, welke in 1970 in gebruik werd genomen. Enkele jaren later werd de installatie overgedragen aan de provincie, vanwege een andere taakverdeling op het gebied van waterzuivering. In 1961 begonnen de voorbereidingen van de bouw van een rioolgemaal aan de Zuidwenk en daarna aan de Vondelstraat. Bestuur en ambtelijke organisatie De gemeenteraad is het hoogste bestuursorgaan van de gemeente. In 1970 telde de raad 15 leden. In 1973 werden de taken uitgebreid in verband met de instelling van het Gewest Eemland en de annexatie van een deel van het grondgebied van de voormalige gemeente Hoogland. Volgens de Gemeentewet zouden hierdoor 3 à 4 wethouders benoemd mogen worden, maar het aantal wethouders bleef gehandhaafd op twee. Ook het aantal gemeenteraadsleden nam niet toe. Pas in 1978 groeide het aantal raadsleden naar 17. In 1979 concludeerde het college van B&W dat een derde wethouder niet noodzakelijk was. Burgemeesters zijn in deze periode de heren D. van den Berg, W.H. van der Heide en J.W. Bol. Gemeentesecretaris waren respectievelijk de heren J. Wagter en W. de Graaf.
  •  AMBTELIJKE ORGANISATIE
    • De ambtelijke organisatie was in 1951 nog eenvoudig. De secretarie bestond uit de afdelingen Algemene Zaken, waaronder bevolking, burgerlijke stand en Financiën. Interne Zaken is opgericht in februari 1964. In 1965 ontstond de afdeling Sociale Zaken . Deze afdeling was voortgekomen uit het Algemeen Burgerlijk Armbestuur. In 1956 werd de dienst Openbare Werken, later Gemeentewerken genaamd, een zelfstandige dienst met een eigen directeur. Met de groei van de gemeente groeide het ambtelijk apparaat. In 1978 bestaat de secretarie uit de Gemeentesecretaris, de afdeling Algemene Zaken (waaronder het Bureau Bevolking), Financiën (onder andere Personeelszaken en het kantoor van de Kassier), Interne Zaken (onder andere Archiefbeheer, postregistratie en Huishoudelijke Dienst) en Welzijnszaken (onder andere Onderwijs en Sociale Zaken). De dienst Gemeentewerken en de gemeentelijke bedrijven Visafslagbedrijf, Woningbedrijf en Grondbedrijf kenden een eigen administratie en vormden zelfstandig archieven. Het Visafslagbedrijf werd in 1989 opgeheven. Het gemeentehuis met burgemeesterswoning waren gehuisvest aan de Dorpsstraat. Na verbouwingen werd in de tachtiger jaren een nieuw gemeentehuis gebouwd aan het Stadsspui.

  •  ARCHIEF
    • Het archief van de gemeente Bunschoten over de jaren 1655-1946 is enkele jaren geleden geïnventariseerd. Destijds is ervoor gekozen om een cesuur te leggen bij 1947, omdat in dat jaar werd begonnen met het toepassen van een rubriekenstelsel volgens de VNG-archiefcode. In 2002 werd het archief over de jaren 1947-1980 ter bewerking tijdelijk overgebracht naar Archief Eemland te Amersfoort. Als eindcesuur werd 1980 gekozen vanwege de verplichting in de Archiefwet 1995 en het Archiefbesluit 1995 om 'voor eeuwig te bewaren' stukken na 20 jaar over te brengen naar een archiefbewaarplaats.
      De oorspronkelijke omvang van het archief bedroeg 61 meter. Hiervan is 21 meter vernietigd op grond van de 'Lijst van voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden' vastgesteld bij beschikking van de ministers van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en van Binnenlandse Zaken d.d. 24 augustus 1983. Overigens waren er al voor deze inventarisatie stukken uit het archief vernietigd. Tijdens de inventarisatie bleek ongeveer 5 meter van het archief onderdeel uit te maken van ofwel het archiefblok 1811-1946, ofwel het archiefblok vanaf 1981. Uitgangspunt bij de beslissing om stukken in een ander archiefblok onder te brengen was de datum van het besluit of het zwaartepunt van de stukken, welke binnen de te bewerken periode moest liggen. Zo zijn bijvoorbeeld stukken met betrekking tot voorbereiding en ontwerp van bestemmingsplannen, welke na 1980 zijn vastgesteld, verplaatst naar het archiefblok vanaf 1981. De uiteindelijke omvang van het archief bedraagt 35 meter.
      Verantwoordelijk voor de archiefvorming en 'ordening was de Secretarie. In januari 1965 werd de postbehandeling bij de secretarie gereorganiseerd. Alle post van de dienst Gemeentewerken, welke voorheen door Gemeentewerken bij alle afdelingen van de secretarie werd bezorgd, werd daarna verwerkt door de afdeling Interne Zaken. De bode verzorgde de ontvangst en de uitgifte van de (interne en externe) post. Als archiefbewaarplaats conform de Archiefwet van 1962 werd in 1974 de kluis van het gemeentehuis aangewezen. De meeste dossiers waren deugdelijk gevormd, maar incidenteel moest herordening plaatsvinden. In de aan- en verkoopdossiers van grond bijvoorbeeld waren grondtransacties die bij een bepaald bestemmingsplan behoorden niet altijd daarbij ondergebracht. Deze stukken zijn alfabetisch op achternaam geordend, waarbij enkelen elkaar wat betreft de periodes 'overlappen'. Er is in het verleden 'archiefvermenging' opgetreden. Stukken afkomstig uit het archief van de dienst Openbare werken / Gemeentewerken waren opgeborgen in het Secretariearchief. Omdat dit nauwelijks te reconstrueren was, is deze werkwijze in overleg met de gemeente niet hersteld. Verwijzingen, die soms zijn aangetroffen, vanuit oorspronkelijke dossiers naar andere dossiers, zijn zoveel mogelijk intact gelaten, maar niet gecontroleerd.
  •  GEBRUIKSINSTRUCTIE
    • De archieven van de dienst Gemeentewerken en de overige gemeentelijke bedrijven zijn hoofdzakelijk beschreven in de 'Inventaris van het gemeentebestuur, 1811-1946'. Dit geldt ook voor de archieven van de Commissie van georganiseeerd overleg in ambtenarenzaken (1934-1961), de Commissie tot wering van schoolverzuim (1901-1952), de Commissaris van de Bunschoterstraatweg (1839-1961), de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand (1811-1950) en de Plaatselijke commissie Zuiderzeesteunwet (1932-1973). De verantwoording voor die keuze is te vinden in de inleiding bij die inventaris. Enkele stukken zijn echter in deze inventaris beschreven omdat verplaatsing niet mogelijk was of onduidelijkheid zou scheppen. Bijvoorbeeld de jaarrekeningen werden vastgesteld door het gemeentebestuur. Hinderwetvergunningen, bouwvergunningen en horecavergunningen zijn buiten deze inventarisatie gebleven, omdat deze door de gemeente Bunschoten reeds verwerkt zijn in een toegankelijk systeem, inclusief een index. De rubrieksindeling in deze inventaris is, omwille van eenduidigheid, zoveel mogelijk analoog aan de indeling van de inventaris over de periode 1811-1946. Hoewel in archiefinventarissen binnen een rubriek de beschrijvingen meestal chronologisch zijn gerangschikt, is in deze inventaris in sommige gevallen gekozen voor een rangschikking van 'algemeen' naar 'bijzonder'. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een rubriek waarin een vastgestelde verordening en andere stukken beschreven staan. Bovendien is soms gekozen voor een alfabetische rangschikking, bijvoorbeeld bij grondtransacties, bestemmingsplannen, aanleg van wegen en rioleringen en bij bouw en inrichting van schoolgebouwen. In overleg met de gemeente Bunschoten is ervoor gekozen om de beschrijvingen in de inventaris niet van een doorlopende nummering te voorzien, maar de voorlopige nummering die tijdens de inventarisatie is ontstaan, als definitief te beschouwen.
  •  OPENBAARHEID
    • Door de gemeente Bunschoten zijn geen beperkingen gesteld aan de openbaarheid van de archiefbescheiden in deze inventaris. Amersfoort, oktober 2007. Wim van den Hoonaard.
  • Hele toegang

    Commentaar/Reacties

    Er zijn nog geen reacties op dit item