Lettergrootte:

Informatie

ArchiefvormerGemeente Bunschoten
Periode1981-1990
Aantekeningenbeperkt openbaar
Openbaarheid
ToegangGemeente Bunschoten



  •  Geschiedenis van de organisatie
    • Voorgeschiedenis:
      De gemeente Bunschoten ligt in het noordoosten van de provincie Utrecht.  Ze bestaat uit de drie kernen Bunschoten,Spakenburg en Eemdijk. Bunschoten en Eemdijk waren oorspronkelijk agrarische gemeenschappen. Spakenburg is van oorsprong een vissersplaats.
      De ovale vorm van het middeleeuwse Bunschoten is nog steeds goed te herkennen. Het westelijk deel hiervan wordt sinds 1967 beschermd conform de Monumentenwet.

      Na de oorlog zijn, zoals in vele gemeenten, aan de randen van de oude kernen van Bunschoten en Spakenburg grote nieuwbouwwijken en industrieterreinen verrezen. In 1956 werd door het college van Gedeputeerde Staten het ‘Uitbreidingsplan in hoofdzaak’ vastgesteld, waarna in 1961 het bestemmingsplan Spakenburg-West en in 1962 het bestemmingsplan Zuidwenk werden vastgesteld. Diverse andere plannen zouden nog volgen. Eemdijk is nauwelijks van karakter veranderd. Ook het polderlandschap heeft zijn uiterlijk nog steeds bewaard. Op 1 januari 1974 werd een gedeelte van de opgeheven gemeente Hoogland bij de gemeente Bunschoten gevoegd, waardoor het oppervlak groeide van 2.317 hectare naar 3.220 hectare.

      De bevolking groeide na de oorlog langzaam maar gestaag. In 1947 telde de gemeente 6.537 inwoners, in1973 waren dat er 12.406. Een relatief sterke bevolkingsgroei in 1973 was een gevolg van het in dat jaar genomen ‘Gooi-besluit’, waardoor ook bewoners van Het Gooi zich in de gemeente mochten vestigen. Ook de verwerving in 1974 van een deel van het grondgebied van de voormalige gemeente Hoogland zorgde voor een opvallende bevolkingsaanwas.

      Na de afsluiting van de Zuiderzee in 1932 werden op grond van de Zuiderzeesteunwet diverse industrieën gevestigd. Enkele voorbeelden hiervan zijn de Hollandse Knopenfabriek, schoenenfabriek Knoek en Ros en Polynorm. Hierdoor werd arbeid geschapen voor de talloze werkloze vissers en voor de arbeiders die voorheen werkten in fabrieken buiten Bunschoten en Spakenburg. Sinds eind zestiger jaren werden veel gastarbeiders tewerkgesteld. Spakenburg heeft diverse visverwerkingsbedrijven, die ook naar het buitenland exporteren.

      In 1956 begon men met de voorbereidingen van de bouw van een gemeentelijke rioolwaterzuiveringsinstallatie aan de Groeneweg, welke in 1970 in gebruik werd genomen. Enkele jaren later werd de installatie overgedragen aan de provincie, vanwege een andere taakverdeling op het gebied van waterzuivering. In 1961 begonnen de voorbereidingen van de bouw van een rioolgemaal aan de Zuidwenk en daarna aan de Vondelstraat.
      De haven van Spakenburg heeft na afsluiting en gedeeltelijke inpoldering van de Zuiderzee een voornamelijk recreatieve functie gekregen. In 1970 werd een jachthaven geopend.

      In 1983 wordt Bunschoten 600 jaar stad groots gevierd mede door het bezoek tijdens de feestelijkheden van HKH Prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven met hun kinderen, die met De Groene Draeck de haven van Spakenburg aandeden. Door de Bedrijvenkring werd ter gelegenheid van 600 jaar stad een cadeau aangeboden aan de gemeente nl. het carillon dat in het centrum van Spakenburg is geplaatst.


      In de periode van 1981-1990 is Bunschoten-Spakenburg flink uitgebreid met nieuwe woonwijken, o.a. Bikkersvaart en Blokhuiswetering. Er heeft in deze periode heel veel verkoop van bouwgrond plaatsgevonden, zowel aan projectontwikkelaars als aan particulieren.




       

       

       

  •  Bestuur en ambtelijke organisatie
    • De gemeenteraad is het hoogste bestuursorgaan van de gemeente.
      In 1970 telde de raad 15 leden. In 1973 werden de taken uitgebreid in verband met de instelling van het Gewest Eemland en de annexatie van een deel van het grondgebied van de voormalige gemeente Hoogland. Volgens de Gemeentewet zouden hierdoor 3 à 4 wethouders benoemd mogen worden, maar het aantal wethouders bleef gehandhaafd op twee. Ook het aantal gemeenteraadsleden nam niet toe. Pas in 1978 groeide het aantal raadsleden naar 17. In 1979 concludeerde het college van B&W dat een derde wethouder niet noodzakelijk was. In 1982 is het aantal wethouders wel uitgebreid van twee naar drie.

       

      Burgemeesters in de periode 1981-1990 zijn de heren J.W. Bol (1976-1985) en L.C. Groen (1985-2006).

      Gemeentesecretaris waren respectievelijk de heren W. de Graaf (1955-1987) en B. Koelewijn (1987-1994).
      Wethouders in deze periode waren de heren A. Huijgen (1981-1990), A. Koelewijn ((1978) 1981-1990), H. Koelewijn ((1978) 1981-1986) en A.J. Kisjes (1986-1990).

       

      De ambtelijke organisatie was in 1951 nog eenvoudig. De secretarie bestond uit de afdelingen Algemene Zaken, Financiën en Interne Zaken. In 1965 werd hieraan de afdeling Sociale Zaken toegevoegd. Deze afdeling was voortgekomen uit het Algemeen Burgerlijk Armbestuur.

      In 1956 werd de dienst Openbare Werken, later Gemeentewerken genaamd, een zelfstandige dienst met een eigen directeur.

      Met de groei van de gemeente groeide het ambtelijk apparaat. In 1978 bestaat de secretarie uit de  Gemeentesecretaris, de afdeling Algemene Zaken (waaronder het Bureau Bevolking), Financiën (onder andere Personeelszaken en het kantoor van de Kassier), Interne Zaken (onder andere Archiefbeheer, postregistratie en Huishoudelijke Dienst) en Welzijnszaken (onder andere Onderwijs en Sociale Zaken).

       

      De dienst Gemeentewerken en de gemeentelijke bedrijven Visafslagbedrijf, Woningbedrijf en  Grondbedrijf kenden een eigen administratie en vormden zelfstandig archieven. Het Visafslagbedrijf werd in 1989 opgeheven. In het gemeentelijk archief werd een plaatsingslijst aangetroffen behorend bij een inspectierapport van de Provinciale archiefinspectie Utrecht dd. 15 januari 1990. De magazijnlijst is in de inventaris opgenomen onder inv.nr. 2151.

       

      In de tachtiger jaren werd ook een nieuw gemeentehuis gebouwd aan het Stadsspui. De officiële opening, op 4 december 1987, werd verricht door de Commissaris van de Koningin in de provincie Utrecht, de heer jhr. drs. P.A.C. Beelaerts van Blokland.

       

       

  • Hele toegang

    Commentaar/Reacties

    Er zijn nog geen reacties op dit item