Lettergrootte:

Informatie

Auteursvermelding: WMMN (M. Lameris) 2008 / Gemeente Bunschoten 2013
Dorpsstraat 148
Gemeentelijk monument
Datering: 1919
Locatie: Bunschoten - Spakenburg, Bunschoten
Dorpsstraat 148, 3751 ET
Coördinaten: 52.2374,5.372974
Gebied: Gemeentelijk beschermd dorpsgezicht "Historische-As Bunschoten" (Centrale-As)
Onderdelen: Dwarshuisboerderij met hek
Vroegere functie: Agrarisch met in woongedeelte kantoor
Architect: H. Onvlee
Opdrachtgever: W. van de Kolk sr.
 
Inleiding
De Dorpsstraat stamt uit de dertiende eeuw en vormt de hoofdas van Bunschoten. Oorspronkelijk bestond Bunschoten uit een agrarische nederzetting met lintbebouwing op smalle kavels aan de Dorpsstraat. De maat van de kavels ontstond tijdens de veenontginningen in de in twaalfde eeuw. Bunschoten kreeg in de veertiende eeuw stadsrechten van de Bisschop van Utrecht, waarna de stadsgracht en burgwal in een ovale vorm werden aangelegd. De Dorpsstraat doorsnijdt de ovale plattegrond in noord-zuid richting. Parallel eraan werden walletjes met dwarsverbindingen aangelegd die gezien kunnen worden als een aanzet tot een stratenpatroon. De stad is nooit tot wasdom gekomen omdat ze begin vijftiende eeuw grotendeels verwoest werd in een strafexpeditie van de Bisschop van Utrecht, nadat Bunschoten in een conflict de zijde van de Hertog van Bourgondië had gekozen. Tot de dag van vandaag wordt het beeldbepalende karakter van Bunschoten bepaald door de agrarische bebouwing aan de Dorpsstraat. De boerderijen zijn door de eeuwen heen gebouwd met de nok haaks op de Dorpsstraat, op een lang, smal, kavel. Het erf bevond zich aan de smalle zij- en diepe achterkant van de kavels. In de negentiende en twintigste eeuw werd tussen de boerderijen aan de Dorpsstraat gaandeweg meer bebouwing toegevoegd en werden oudere boerderijen vernieuwd. De stadsboerderijen aan de Dorpsstraat hebben na ca. 1980 hun agrarische functie grotendeels verloren en zijn merendeels in gebruik geraakt als woonhuis. De voormalige boerderij van het type dwarshuisboerderij is in 1918/’19 gebouwd naar ontwerp van de Baarnse architect H. Onvlee. Deze architect realiseerde vooral woningbouw, waaronder de villa aan de Van Reenenlaan 16 te Baarn uit 1915, die gelijkenis vertoond met Dorpsstraat 148. Onvlee werkte mee aan de tot standkoming van de Zuiderkerk uit 1914 aan Kostverloren 2 te Bunschoten. Onvlee verwerkte in zijn ontwerpen veel kenmerken van de Chaletstijl, zoals ook hier aan de Dorpsstraat. Details, zoals het latwerk, het vakwerk, de dakoverstekken en de knikken in de dakvlakken zijn karakteristiek. Deze stijl komt verder niet voor in Bunschoten. Het voorhuis van de boerderij is ontworpen als een kleine villa. Dit type ‘villa-boerderij’ is uniek in Bunschoten, maar past in een traditie om het voorhuis zo voornaam mogelijk te bouwen en daarachter, weinig zichtbaar achter het relatief hoge en brede voorhuis, de sobere stal te bouwen. De voorkamer rechts gebruikte de eigenaar Van de Kolk, die kassier van de lokale Boerenleenbank was, als kantoor. Deze functie heeft de kamer van 1936 tot 1961 gehad. Het bijgebouw aan de linkerzijde dat oorspronkelijk wel tot de boerderij behoort, is in 2008 volledig nieuw opgetrokken. Bij de renovatie en verbouwing van het pand in 2008 zijn onder meer ramen en luiken vernieuwd, waarbij de schuiframen alleen in aanzicht zijn behouden. Ook het stalgedeelte, en met name de achtergevel is gewijzigd. Eerder was al een inpandig balkon in het linker dakvlak van de stal aangebracht, waarbij de gevel als borstwering opgemetseld was. Recentelijk is het oude hekwerk vernieuwd. Dat bestond uit een smeedijzeren draaihek en een gesmeed, getrokken en gegoten spijlenhek met een leliemotief op de spijlen, dat afgewisseld werd door een rondboogmotief. De gietijzeren posten vertoonden kenmerken van de neorenaissancestijl. Bij de vernieuwing is dit hekwerk vervangen door een vergelijkbaar gesmeed stalen spijlenhekwerk met een gemetselde ondermuur.

Omvang bescherming
De bescherming betreft de dwarshuisboerderij en het hekwerk. De aanbouw aan de rechterzijde en het bijgebouw aan de linkerzijde zijn niet bij de bescherming betrokken. Wat betreft het hekwerk gaat de bescherming niet over instandhouding van het materiaal, maar over het aangezicht ervan en de samenhang met het totale complex van boerderij met erfafscheiding en de ligging vlak aan de Dorpsstraat.

Stedenbouwkundige en landschappelijke aspecten
De voormalige boerderij is gelegen aan de zuidwest-zijde van de Dorpsstraat. Achter de bebouwing liggen weilanden. Het pand maakt onderdeel uit van de vrijstaande bebouwing van overwegend haaks ten opzichte van de straat gesitueerde panden. Het voorhuis ligt parallel aan straat; het voormalige stalgedeelte staat haaks daarop. De boerderij wordt door een ondiep voorerf en hek van straat gescheiden. Het hek bestaat uit een vast hek langs de erfscheiding met een enkel draaihek recht voor de entree. Voorts wordt het erf ontsloten door een oprit ter linkerzijde.

Architectonische beschrijving
Hoofdgebouw Het pand bestaat uit een voorhuis van anderhalve bouwlaag met samengesteld zadeldak en een achterhuis van één bouwlaag met eveneens een zadeldak. De zadeldaken van het voorhuis zijn voorzien van een lichte knik onderaan, nabij de dakvoet en gedekt met gesmoorde Platte Friese pannen. Het zadeldak van het stalgedeelte erachter mist de knik en is gedekt met gesmoorde Hollandse pannen. Op het voorste dakvlak bevinden zich twee ranke schoorstenen en een dakkapel met geprofileerde lijsten en een keperboogmotief. De dakvlakken hebben een ruim overstek en zijn afgewerkt met windveren (kopse gevels) en geprofileerde gootlijsten (langsgevels), die ondersteund worden door klossen. Ook zijn er een makelaar en latwerk in de topgevels verwerkt. Het opgaand metselwerk van het voorhuis is uitgevoerd in kruisverband en heeft een donker trasraam met donkere voegen en lichtere voegen in het rode metselwerk daarboven. De topgevel aan de voorzijde heeft houten beschot en vakwerk. De voorgevel is asymmetrisch door de boven de dakvoet uitgemetselde puntgevel aan de linkerzijde, die voorzien is van een eigen zadeldak. De indeling op de begane grond is symmetrisch met aan weerszijden van het centraal gesitueerde rondboogvormig portiek een venster. In de topgevel bevindt zich een verdiepingsvenster en een klein venster geheel bovenin. De ramen zijn overwegend gekoppelde of enkele, staande schuiframen met glas-in-lood in de bovenlichten. De topgevelramen en de ramen van de dakkapel zijn meerruits vaste, draai of stolpramen. De houten deur in het portiek is uitgevoerd met lijstwerk, een raampje en een segmentboogmotief. De deur is rechtgesloten en komt overeen met die in de linkerzijgevel. De deur in de voorgevel heeft een rondboogvormig bovenlicht. Vensters en portiek zijn uitgevoerd met strekken, die aan de bovenzijde verrijkt zijn met uitgemetselde koppenlagen. De portiek heeft nog meer siermetselwerk. De deur in de rechterzijgevel is later toegevoegd en stamt uit de tijd van het gebruik van het pand als bankkantoor. In het interieur is de hoofdstructuur behouden, evenals details zoals het glas-in-lood en de trap. Ook is de houten constructie van de voormalige stal grotendeels behouden. Onder de voorkamer rechts is een kelder met ijzeren liggers en gemetselde troggewelven bewaard gebleven. Hek Het perceel is afgescheiden van de Dorpsstraat met een stalen en gemetseld hekwerk Het hekwerk bestaat uit een vast deel en een draaihek. Op de gemetselde ondermuur en tussen de gemetselde posten staat een gesmeed stalen spijlenhek met een leliemotief op de spijlen, dat afgewisseld wordt door een rondboogmotief.

Waardestelling
De dwarshuisboerderij uit 1919 is vanuit stedenbouwkundig, architectuurhistorisch en cultuurhistorisch oogpunt van algemeen belang voor de gemeente Bunschoten - vanwege de beeldbepalende ligging aan de Dorpsstraat in het centrum van Bunschoten; - als onderdeel van en als herinnering aan de ontwikkelings- en bewoningsgeschiedenis van Bunschoten; - als onderdeel van en herinnering aan het agrarische karakter van Bunschoten; - vanwege de vrijwel gaaf bewaarde hoofdvorm, materiaal- en kleurgebruik en detaillering, met voor de bouwtijd typerende details met kenmerken van de voor Bunschoten unieke Chaletstijl; - vanwege het voor Bunschoten unieke type villa-boerderij en het voor Bunschoten zeldzame type dwarshuisboerderij; - als onderdeel van het oeuvre van de Baarnse architect H. Onvlee; - vanwege het plaatselijk historisch gegeven van de functie als kantoor van de Boerenleenbank.

Bronnen en literatuur
- Beek, A. ter, ‘Historische wandelingen rond de Boerenleenbank. 90 jaar Boerenleenbank, Raiffeisenbank en Rabobank in de gemeente Bunschoten’, Rabobank Bunschoten-Spakenburg. - Gaasbeek, F. en G. ’t Gilde-Balk, ‘Bunschoten, geschiedenis en architectuur’, Kerckebosch, Zeist, 1992.



Commentaar/Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item
Titel (niet verplicht)
Naam (niet verplicht)
Bericht
Upload
Beveiligingscode:
Niet leesbaar? Vernieuw tekst